Een paar weken geleden werd ik ineens gebeld door Loek. Ik ken Loek niet bijzonder goed, maar wel via een paar goede vrienden, en hij vroeg me of ik wilde figureren voor zijn toelatingsopdracht voor de kunstacademie. De opdracht was vast te leggen wat er gebeurt als je gebeld wordt en dat wilde hij uitbeelden door te fotograferen wat er zou gebeuren als een mafiose hitman tijdens een afrekening werd gestoord door zijn mobieltje. Je raadt het al: met mijn donkere voorkomen zag hij mij wel als een geschikte hitman.
Zo kwam het dus dat ik vandaag om even na 22:00, gekleed in een zwarte pantalon, een witte blouse met daaroverheen een zwart colbert, met mijn zwarte haar strak in de gel en mijn kleine sikje strak geschoren, mijzelf bevond op een niet nader te noemen industrieterrein. In mijn rechterhand bevond zich een matzwart plastic speelgoedpistool en in mijn linkerhand de telefoon die ik nog steeds in afwachting van mijn garantieperikelen gebruik. Op mijn gezicht een blik die de gedachte “Wie de fuck belt mij terwijl ik iemand probeer af te maken?” moest uitbeelden.
Op het industrieterrein, om precies te zijn recht voor een grote loods, bevindt zich verder een zwarte Saab, met de koplampen ingeschakeld op groot licht en gericht op de deuren van de loods. In het licht van de koplampen bevindt zich een tweede persoon, gekleed in een donkerbruine trui met capuchon en een blauwe spijkerbroek. Zijn gezicht gekeerd naar de loods, zijn handen achter zijn rug. Een eind verder verwijderd van de loods staat tenslotte een statief met camera, met daarachter een derde persoon, gekleed in een zwarte longsleeve en donkere spijkerbroek.
Deze derde persoon maakt foto’s van mijzelf en de tweede persoon, terwijl ik geagiteerd in de camera kijk. Er komt een vrouw met een hond langs, waar ik vriendelijk naar lach en grap dat we niet zo gevaarlijk zijn als we eruit zien. De vrouw schrikt als ze langs een bedrijf loopt waar haar hondje een stel grote waakhonden doet aanslaan en wij gaan rustig verder.
De tweede persoon gaat op de grond liggen. Ikzelf ben niet langer nodig in beeld en ontdoe me van het speelgoedwapen in de kofferbak van de zwarte Saab. Nadat er een tiental foto’s van zijn gemaakt van deze setting, staat de tweede persoon op om zich om te kleden voor een laatste shoot. Terwijl er wordt nagedacht over deze laatste setting, komen er een aantal voertuigen rustig de straat in onze kant op gereden. Ik herken de voorste als zijnde een politieauto en denk dat het vast een patrouillerende agent is die komt vragen wat we aan het doen zijn. Terwijl de wagens dichterbij komen, zie ik dat er meerdere van deze auto’s voorzien zijn van een zwaailicht op het dak.
Plotseling springen er koplampen op groot licht, vliegen er deuren open en klinkt er geschreeuw: “Op de grond! Op de grond! Handen waar ik ze kan zien! Handen op je hoofd!”. Een beetje verrast van deze plotselinge ophef, ga ik langzaam op de grond liggen en leg ik mijn handen op mijn hoofd, terwijl ik merk dat er om mij heen minstens tien volledig bewapende en bepantserde politieagenten bevinden. Ze gaan direct op zoek naar een vierde man, die er uiteraard niet blijkt te zijn. Eén van de agenten benadert de kofferbak van de zwarte Saab en roept: “Er zijn wapens aangetroffen!”, waarbij ik lichtelijk glimlachend aan het brakke plastic neppistool moet denken.
Ondertussen word ik door twee agenten vakkundig in de boeien geslagen en in één van de ruim zes politieauto’s geladen. De fotograaf maakt zich zorgen om zijn camera, die door de agenten in de zwarte Saab wordt gelegd.
In de auto maak ik wat grappige opmerkingen tegen de drie agenten die mij vervoeren, maar ze reageren niet. Als we aankomen op het politiebureau, vraagt één van de agenten me uit de auto te komen. Ik antwoord dat ik nog in de gordel zit en handboeien om heb, maar weet me uiteindelijk toch te bevrijden. Ze begeleiden me naar een cel, waar ik tegen de muur word gezet terwijl de handboeien worden afgedaan. Ik moet al mijn bezittingen afgeven, waarna ik een stuk grondiger gefouilleerd word dan ik gewend ben van de verschillende festivals en uitgaansgelegenheden waar ik wel eens geweest ben. Nadat ik “clean” bevonden ben, word ik achtergelaten in de kale, stille en net iets koude politiecel. Zonder schoenen (want de veters mochten niet) en zonder tijdsbesef.
Tijdens de ongeveer vijftien minuten die ik in de cel zat, vraag ik me vooral af hoe het mogelijk is dat, ondanks het grondige fouilleren, er toch mensen het voor elkaar hadden gekregen teksten te krassen in het houten bankje dat als enige meubelstuk de ruimte siert. Na dat kwartier komt er een brede gesnorde man binnen die zich voorstelt als hulpofficier van justitie. Ik word verdacht van het overtreden van de wet op wapens en munitie. Het wapen dat ik in mijn handen had, vertoonde een te grote gelijkenis met een echt wapen en kon dus als zodanig worden aangezien.
Nadat me dit was gemeld verdwijnt de hulpofficier weer en worden mij door wat andere agenten wat praktische vragen gesteld. Ook krijg ik eindelijk een warm kopje koffie. Ik weet niet hoe lang ik daarna in de cel heb gezeten, maar na minstens een half uur word ik opgehaald door een jonge agente voor verhoor. Ik leg een verklaring af waarin ik zeg dat ik weliswaar met een plastic neppistool voor de camera heb gestaan, maar dat ik me niet kan voorstellen dat ook maar iemand het hele scenario voor echt heeft kunnen aanzien.
Na het afleggen van mijn verklaring wordt het geheel voor goedkeuring en ondertekening uitgeprint, waarbij ik minstens vijf minuten alleen word gelaten in een kamer met een ingelogde politieterminal. Op mijn gemak bekijk ik de iconen op de desktop. Er bevinden zich onder andere links naar ‘regionale dossiers’ en documenten van deze afdeling. Het antiek ogende terminalvenster vraagt me of mijn verklaring is goedgekeurd en ondertekend, waarna het me zal vragen of ik de verklaringen van de andere verdachten in deze zaak wil lezen of wijzigen. Wijselijk blijf ik van de computer af en wacht tot de agente terugkeert.
Na nog wat toevoegingen aan mijn verklaring, kan ik hem uiteindelijk ondertekenen en mag ik weer terug naar mijn cel. Ondertussen moet ik ook wel eens naar de WC, wat overigens een heel aparte ervaring is in een politiebureau. Zelfs het toilet is namelijk een cel in een politibureau, want aan de binnenkant van de deur zit geen klink, dus om eruit te kunnen moet je op de deur kloppen, zodat iemand je eruit laat, maar dat terzijde.
Terug in mijn cel hoor ik hoe zich in de naastgelegen cellen hetzelfde scenario afspeelt als zojuist bij mij. Politiecellen zijn namelijk nogal gehorig en veel beters dan toeluisteren wat er om je heen gebeurt is er niet te doen. Onder andere hoor ik hoe de eigenaar van het speelgoedpistool een formulier moet ondertekenen waarin hij afstand doet van het prul.
Uiteindelijk, na meer dan twee uur te hebben doorgebracht in het politiebureu, mag ik weer naar huis. Terwijl ik mijn schoenen weer aantrek en het plastic zakje met mijn bezittingen naspeur op mijn mobiele telefoon, worden ook de andere twee verdachten weer vrijgelaten. De één bleek minderjarig en daardoor in het gezelschap van zijn moeder te zijn, de andere blij dat de Saab van zijn vader en zijn camera zich veilig op het binnenterrein van het politiebureau bevond. Nadat ik me voorstel aan de moeder van de minderjarige jongen en mijn verontschuldigingen aanbied, moeten we er toch wel een beetje om lachen. De jongen verlaat het bureau met zijn moeder, ik met de fotograaf, waar ik nog wat spullen heb liggen.
In de auto terug naar huis beginnen we er de humor wel van in te zien en zijn we blij dat er niets ergers is gebeurd. Zelfs de fotoshoot is bijna helemaal afgerond, er mist eigenlijk nog maar één setting, dus daar moeten we het maar zonder doen.
Wijze les in dit hele verhaal: als je ergens een realistische liquidatie probeert na te spelen, licht dan even de lokale politie en de omwonenden in ;)
Het is nu afwachten op het besluit van de officier van justitie. In het ergste geval worden we gedagvaard, in het beste geval kan de officier van justitie er zelf ook wel om lachen en wordt de zaak geseponeerd. Zelf denk ik dat het massaal uitrukken van de lokale politiemacht gefinancierd moet worden en dat ik dus een vette boete krijg voor het hanteren van een namaakwapen.
Een straf die natuurlijk niet verschrikkelijk is, maar die voor mij als student wel behoorlijk zuur is. Ik krijg overigens niet betaald voor deze shoot, ik vond het allang leuk ;) Uiteraard vind je het resultaat, zodra afgerond, ook weer hier.
Ik bied mijn verhaal ter publicatie aan voor de prijs van een boete voor het overtreden van de wet wapens en munitie. Lijkt me een goede deal :P
*Update* Ondertussen hebben verschillende nieuwssites het nieuws opgevangen:
Nieuws.nl: “Politie rukt uit voor nep-liquidatie”
Fok.nl: “Politieteam rukt uit voor nep-liquidatie”.
Telegraaf: “Kunstproject eindigt in de cel”
Brabants Dagblad: “Kunstproject eindigt in de cel”
Omroep Brabant: Journaal van maandag (video)
Nu.nl: Liquidatie (video)
Pingback: Matthijs Kooijman
Pingback: Bas Peschier
Pingback: Andre Foeken
Pingback: Elger van der Wel
Pingback: Zwerver
Pingback: Matthijs Kooijman
Pingback: Remko
Pingback: the_shadow
Pingback: Sebastiaan
Pingback: Remko
Pingback: Michel
Pingback: Nils van de buren
Pingback: Denker
Pingback: Anja
Pingback: Michel