In het studentenhuis waar ik woon wordt het oud-papier van twaalf bewoners (op het moment trouwens maar 10) verzameld in een enorme doos, die in een grijs verleden dienst gedaan moet hebben als verpakkingsmateriaal van een flinke breedbeeldtelevisie. Heerlijk luxe natuurlijk, zo’n grote doos, maar ook wel erg verleidelijk. Het is namelijk wel erg makkelijk om altijd maar papier in die doos te gooien, maar hem maar mondjesmaat te legen als het oud-papier weer eens wordt opgehaald.
Morgen is weer eens zo’n dag dat het papier aan de straat mag. Aangezien onze verzameldoos dermate uit begon te puilen dat er meer papier naast dan in lag, was dit maar eens de gelegenheid om de handen uit de mouwen te steken. Een tochtje naar de supermarkt en een paar flinke kartonnen dozen later was het tijd om eens flink in het papier te duiken. Een tocht die menig archeoloog versteld zou doen staan.
Van nieuwjaarskaarten uit december 2005 tot zakagenda’s voor het collegejaar 2003/2004 en geneesmiddelverpakkingen met bijsluiter, je vindt het allemaal in zo’n doos. Verwonderlijk eigenlijk, als je kijkt hoe paranoïde we tegenwoordig zijn met onze online privacy, dat we nog zo veel informatie over onszelf aan de straat zetten. Met een beetje moeite zou je zo een compleet profiel van me kunnen opstellen, compleet met een archief van (ex-)vriendinnen en kwaaltjes die ik in het afgelopen jaar gehad heb. Gelukkig ben ik toch niet zo interessant ;)