“Waking up in the morning is my favourite extreme sport” stond er op de Loesje die ik vorige week nog bij Inter-Actief op het prikbord hing. Vroeg, zoals vrijwel elk bijvoeglijk naamwoord in onze taal, is een relatief begrip. Wetenschappers hebben zich erover gebogen, maar uiteindelijk zijn ze niet veel verder gekomen dan de notie dat hoe vroeg je opstaat een zekere verhouding is van een aantal factoren, waaronder het tijdstip waarop je naar bed gaat, het moment waarop je daadwerkelijk gaat slapen, de alcoholconsumptie die daaraan vooraf is gegaan, de tijd dat de wekker gaat en in welke mate dit geheel zich de voorgaande dagen heeft plaatsgevonden.
Daaraan wil ik toevoegen dat vroeg opstaan vervelend is, maar dat er niets erger is dan vroeg op staan om er vervolgens achter te komen dat je had kunnen blijven liggen. Je kent dat gevoel wel, dat je voor een uitgestorven collegezaal staat, of dat je halverwege de kou op de fiets ineens bedenkt dat het zondag is. Vanochtend had ik dus moment, en ik kan je vertellen dat daar helemaal niets sportiefs aan is. Ik voel me nu ongeveer net zo sportief als een downhill mountainbiker die een verkeersdrempel is afgedaald.
Michel’s Exhausted
Pingback: Kruidkoek