Onderweg naar de trein moest ik net ineens weer denken aan een documentaire die ik pas op Discovery channel zag over ouderdom, waarbij een interessante stelling werd aangehaald: er is een rechtstreeks verband tussen de leeftijd die we bereiken voor we het loodje legfen en de leeftijd waarop we ons voortplanten. Een dappere stelling, maar evolutionair gezien helemaal zo gek nog niet.
Als het moment van conceptie langer en langer wordt uitgesteld, betekent dat dit alleen bij mensen (of dieren) die hier nog fit genoeg voor zijn kans van slagen heeft. Een kwestie van survival of the fittest. In een lab experiment waarbij van fruitvliegjes telkens alle bevruchte eitjes werden verwijderd tot de vliegjes een bepaalde leeftijd hadden bereikt, had dit nakomelingen met een immens langere levensduur tot resultaat. Carrierevrouwen die langer en langer wachten met het krijgen van kinderen doen feitelijk het zelfde. De onderzoekers in de documentaire verwachten dat wij mensen in de toekomst een feitelijk oneindige levensduur kunnen hebben, omdat het verouderingsproces tegen de honderd jaar praktisch stopt.
Iedereen aan het eeuwige leven, het klinkt geweldig, maar is het dat eigenlijk wel? Is ouderdom eigenlijk niet een natuurlijke garantie voor verandering? Afgezien van de vraag of ik zelf het eeuwige leven wel zie zitten even terzijde, vraag ik me af of ik anderen daar wel mee vertrouw. Stel je een paus of monarch voor met het eeuwige leven voor, of erger: een dictator. Zitten we daar nu echt op te wachten?
Ik zal het zelf nooit meemaken, maar ik ben benieuwd naar wat de toekomst ons brengt.