Het lag zo enorm voor de hand dat ze er mee bezig waren, maar toch kwam de introductie van Google Chrome, Google’s eigen webbrowser, voor mij wel een beetje als een verrassing. Dat het een open source webbrowser op basis van webkit is, kun je ondertussen overal wel lezen. In eerste instantie dacht ik dan ook: “Boeiend, nog een webbrowser erbij”. Toch bevat Google’s eigen tech demo strip over Chrome nog wel wat interessante dingen die de moeite van het vermelden waard zijn.
Wat het eerste opvalt, en wat mij als HMI’er natuurlijk bijzonder interesseert, is de GUI van de browser. Zelf ben ik bijzonder gecharmeerd van de keuze om de tab bovenaan de hierarchie van de interface te plaatsen. Iets wat me nogal een stoort aan huidige browsers als Firefox en Safari is dat de tabbladen er “maar een beetje bijhangen”, wat het onduidelijk maakt wat er precies gebeurt bij het wissselen van tab. De inhoud van de adresbalk verandert, de bookmarks niet, maar wat gebeurt er met het zoekveld? In Chrome is dit veel duidelijker en dat mag ik wel.
Google zou Google natuurlijk niet zijn als de adresbalk ook meteen dienst doet als zoekbalk (bij voorkeur voor Google neem ik aan), maar wat ook interessant is dat de browser automatisch zoekvelden van bezochte sites als Amazon ophengelt en in dit veld integreert. Een soort AwesomeBar on steroids dus.
Verder is Google flink losgegaan op de fundamenten van hoe webbrowsers omgaan met resources als processortijd en geheugen. In Chrome is elke tab een eigen proces, met eigen geheugenbeheer. Dat heeft voordelen voor de performance en de stabiliteit vergeleken met bestaande browsers, die alles binnen de omgeving van de browser draaien. In theorie betekent dat dat als er iets crasht in één tab, dat geen gevolgen heeft voor de gehele browser, maar je in plaats daarvan de ene “sad tab” (geniaal!) sluit. Helaas lijkt die vlieger trouwens vooralsnog niet op te gaan voor brekende “core technologies”, getuige deze ontdekking.
Ook op het gebied van JavaScript is er veel gedaan aan het verbeteren van de performance. Chrome maakt gebruik van de nieuw ontwikkelde V8 virtual machine voor JavaScript, die betere garbage collection en een just in time compiler belooft. Daarnaast is flink wat aandacht besteed aan het securitymodel van de browser en is natuurlijk Google Gears geïntegreerd. Chrome is daarmee eigenlijk meer een OS voor webapplicaties dan een webbrowser.
Bijzonder daarbij is trouwens dat Google haar enorme database van websites gebruikt om de browser na iedere build te testen. Daarmee zijn ze denk ik op dit moment één van de meest in het oog springende voorbeelden van Test Driven Development.
Uiteraard is alles onder een open source licentie uitgebracht. Dat betekent niet alleen dat Google er niet op uit is allemaal nastyness met onze gegevens uit te halen, maar ook dat Google al haar geïnvesteerde werk beschikbaar maakt voor andere browsers. Ik verwacht dan ook dat we zaken als V8 binnenkort wel eens terug zouden kunnen vinden in andere browsers, in het bijzonder Safari. Of Chrome een succes wordt maakt voor Google dan eigenlijk ook helemaal niets uit. Het beste wat ze kunnen hopen van deze ontwikkelingen is dan ook een algehele vooruitgang van de kwaliteit van webbrowsers, zodat het internet klaar is voor meer van Google’s apps.
Pingback: Bas
Pingback: Remko
Pingback: Michel
Pingback: Remko
Pingback: Michel