Na uitgecheckt te zijn uit ons Kinky hotel in Osaka, namen we direct de trein naar Kyoto, waar drie ‘good samaritans’ ons opwachten. Deze Japanse eerstejaars studentes leiden regelmatig op vrijwillige basis mensen rond en zouden dat ook met ons doen.
Als eerste lieten ze ons Nijo-Jinya zien, een huis dat vroeger diende als een soort van herberg voor hoge feodale heren. Toen er daarna nog tijd over was, werd dat als kans aangegrepen om ook nog even bij Nijo-jo binnen te wippen. Ook dit kasteel van de eerste Tokugawa shogun was erg mooi (maar foto’s zeggen hier meer dan woorden). Ondertussen was het erg leuk om met onze gidsen in gesprek te zijn over van alles en nog wat. De 20 jarige eerstejaars studentes rechten en politicologie spraken goed engels en hadden een interessante kijk op Japan zelf en de internationale verhoudingen.
De befaamde tuin van Nijo-jo hebben we helaas moeten missen, want de trein naar Nara moest worden gehaald. Daar zouden we namelijk worden ontvangen in een heuse tempel. Die lag boven in de bergen tussen Nara en Osaka in. Een avondwandeling na het eten maakte duidelijk wat een gaaf uitzicht dat opleverde.
Het was een aangename verrassing dat er in de tempel ook een heuse onsen aanwezig bleek te zijn. Zo verdwenen we uiteindelijk rimpelig, maar op tijd richting onze futons. We zouden er namelijk de volgende ochtend vroeg uit moeten.
Bij het tempelbezoek mochten we namelijk ook de ochtendmis bijwonen. In alle vroegte werden alle ‘evil desires’ verbrand, en werden we allemaal voorzien van ‘devine protection’ door de hoogste priester.
Of dat helpt moeten we nog zien. De reis naar ons volgende hotel in Kyoto verliep in ieder geval vlekkeloos.