North Sea Jazz

Afgelopen vrijdag was de eerste dag van de eerste keer dat het North Sea Jazz festival plaatsvindt in Rotterdam. Dit jaar was het meer dan ooit in de publiciteit. Blijft het nog wel hetzelfde festival nu het verhuisd is? Kan Ahoy ooit tippen aan het conferentiegebouw in Den Haag? Reden genoeg om eens een kijkje te gaan nemen.

Het festival

North Sea Jazz is dus, zoals de naam al doet vermoeden, een jazzfestival van Nederlandse bodem. Nu ben ik niet helemaal thuis in de jazzmuziek, maar afgaande van artiesten die er vorige jaren hebben opgetreden, zoals Jamie Cullum en Candy Dulfer, leek me dat geen probleem.

North Sea Jazz is een festival, maar dan net iets anders dan de gemiddelde lowlandsganger gewend zal zijn. Er zijn verschillende podia van variërende grootte waar tegelijkertijd diverse artiesten spelen en tussendoor is er overal vanalles te eten, drinken en beleven. Tot je knieën in de modder zul je er niet komen en ‘s ochtends uit je tent regenen is er ook niet bij. Dit festival vindt namelijk niet plaats op een afgelegen grasveld, maar in een chique aangekleed conferentiecentrum. Geheel in lijn met de doelgroep, die varieert van hippe twintigers tot sigaarrokende zestigers compleet met vouwkrukje.

De muziek

Zoals bij alle festivals met meerdere podia moeten er keuzes gemaakt worden als het gaat om welke muziek te bezoeken. Dat is wat lastiger als de helft je totaal niets zegt, maar dit is wat ik bezocht heb en wat ik er van vond.

James Carter Quartet & Jazzorchestra of the concertgebouw

Als binnenkomertje deze echte klassieke jazzformatie. James Carter op de saxofoon, begeleid door een stevige band. Gave solo’s en mooi als je eens echte klassieke jazz (composities van Don Byas) wil horen. Na twintig minuten verwisselden ze eens de ritmesectie van het begeleidend orkest, maar dat mocht niet weerhouden dat het daarna voor de leek wat veel van hetzelfde begon te worden.

Jamiroquai

Eigenlijk moest er voor Jamiroquai bijbetaald worden, maar er bleek niemand in de buurt om dat te controleren. Leuk om eens live te zien, maar verder leek het wel een beetje uit de toon te vallen op een jazzfestival.

Fourplay

Een hip kwartet dat op een moderne manier de pan uit wist te swingen. Leuk!

Gabriel Rios

Bekend van de Appelsientje reclame heeft deze Puerto-Ricaanse latinbelg eigenlijk niet direct iets met Jazz te maken, maar om de één of ander reden klikt het gewoon. Hoewel er het een en ander zichtbaar mis ging met de techniek wist Gabriel me toch te blijven boeien. Dat er een hoop nieuwe tracks gespeeld werden die nog niet op albums te vinden zijn, maakte goed dat het soms vocaal wat minder klonk.

Pat Martino Quartet

Superstrak gitaarwerk, maar verder duidelijk niet mijn ding. Het kwam allemaal niet veel verder dan een paar oude mannen die technisch erg goede muziek neerzetten en daarmee kom je er niet.

Franz Von Chossy Trio

In een intiem Volgazaaltje dongen dit trio mee in de finale van de Dutch Jazz Competition. Ik heb geen idee of ze uiteindelijk gewonnen hebben, maar het zou me niets verbazen. Erg mooi.

Piet Noordijk

Ik had er nog nooit van gehoord, maar we blijken in Nederland over een grote naam in de jazzwereld te beschikken: “Pete” uit Hellevoetsluis geniet internationale bekendheid. Samen met nog vier anderen, zet deze zestigplus saxofonist nog een frisse performance neer. Het was misschien een clubje oude mannetjes, maar ze hadden er zichtbaar plezier in.

Al Jarreau

Dit optreden spetterde letterlijk van het podium, al kwam het maar door de consumptie van de beatboxende Al. Deze man leek wel een compleet orkest ingeslikt te hebben. Van saxofoon tot drumstel, hij wist het allemaal uit zijn mond te krijgen. Als leuke variatie wist de bassist het publiek nog even te verrassen door verdomd goed te kunnen zingen tijdens één van zijn solo’s. Al met al een meer dan waardige afsluiter van de avond.

De locatie

Over de nieuwe locatie waar het jazzspektakel plaatsvindt is al veel geschreven. Ik herinner mij een trotse organisator die in de Volkskrant vertelde hoe veel geld en energie erin is gestoken Ahoy te maken tot een meer dan waardige opvolger van het Haagse conferentiegebouw. Nog meer mensen herinner ik mij, die daar op alle vlakken hun twijfels over hadden.

Ahoy zou de stijl en sfeer missen van de vorige locatie. Nu was dit voor mij de eerste keer North Sea Jazz en ben ik nog nooit in het conferentiegebouw in Den Haag geweest, maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat ik geen verwachtingen heb aan de locatie voor een jazzfestival. Ik wil niet weten wat het gekost heeft (de stad Rotterdam heeft in ieder geval stevig bijgedragen uit het potje “imago”), maar sfeervol was het zeker! Grote zalen bekleed met zwarte lakens, sfeervolle terrasjes en aankleding te over maakte Ahoy vrijwel onherkenbaar, vermomd als chique zalencomplex.

Een ander punt van kritiek was het geluid. Ahoy zou niet geschikt zijn om een jazzfestival te herbergen, omdat de zalen te veel zouden galmen en het er te gehorig zou zijn. Ook hierin stelde de organisatie ons gerust: metersdikke pakken schapenwol maakten Ahoy zo “droog” als het maar kon. Hierin moet ik helaas concluderen dat ze gefaald zijn. In de grootste zaal de Maas, gevestigd in het voormalige stadion, klepperde het van jewelste. Als je midden in het publiek staat bij Gabriel Rios hoor je er niet veel van, maar bij de rustige stukken van een jazzorkest heb je er wel degelijk last van. Dat moet volgend jaar dus beter.

Al met al kun je hoog en laag springen, maar Ahoy is gewoon een geschikte locatie voor een jazzfestival. Het is lekker ruim, je kunt er buiten zitten, het is goed bereikbaar en met de nodige binnenhuisarchitectuur is het meer dan sfeervol genoeg.

Tot slot

Hoewel ik niet heel erg thuis ben in de jazzwereld, was dat voor North Sea Jazz ook helemaal niet zo nodig. Het festival trekt een leuk en divers publiek aan, biedt meer dan genoeg variatie in muziek en vermaak en is al met al gewoon heel er geschikt voor een leuke avond uit.

Comments are closed.